Voor specifieke informatie of informatie op maat, neem contact met ons op.
De werkvoorbereider installaties verzamelt de benodigde informatie voor het project/werk. Hij signaleert als er informatie ontbreekt.
Hij interpreteert, beoordeelt, analyseert en structureert de informatie. Hij schakelt zo nodig deskundigen in.
Hij trekt conclusies en bedenkt oplossingen voor de uitvoering.
Hij overlegt met zijn leidinggevende, collega's en/of opdrachtgever over verkregen en bewerkte informatie.
Hij archiveert de projectinformatie.
Hij vormt zich op de werklocatie een beeld van de uit te voeren werkzaamheden.
De werkvoorbereider installaties stelt in de voorbereidingsfase informatie samen voor de uitvoering van het project.
Hij overlegt daarover met de interne organisatie.
Hij werkt de informatie verder uit, controleert uitwerkingen of laat uitwerkingen controleren door zijn leidinggevende, brengt correcties aan en archiveert de informatie.
Hij bespreekt de uitvoeringsinformatie (zoals productiegegevens, planningen, schema’s, instructies en of tekeningen) met de uitvoering.
Hij verwerkt informatie die gedurende de uitvoering wordt teruggekoppeld.
Hij communiceert (bijgestelde) uitvoeringsinformatie met betrokkenen.
Hij verzamelt technische schetsen, tekeningen en materiaalstaten, criteria voor de uit te besteden werkzaamheden en voor de in te kopen kennis of advies.
Hij stelt informatie samen over meer- en minderwerk, benodigde manuren, voorstel voor de inzet van productiemiddelen en materieel.
De werkvoorbereider installaties interpreteert en analyseert de gegevens voor het komende uitvoeringstraject.
Hij controleert voorraden en labelt/reserveert zo nodig aanwezige materialen/middelen.
Hij overlegt met de interne organisatie en met leveranciers over inkoop en afroep van materialen en/of materieel en mogelijk optredende knelpunten of onzekerheden.
Hij maakt afspraken met leveranciers en legt deze vast in een rapportage.
Hij stemt de voorbereidingen van het project af met zijn leidinggevende.
Hij administreert de informatie.
Hij onderhandelt met leveranciers over prijzen en kwaliteit, leveringsvoorwaarden en leveringstijden en eventuele tijdelijke opslag.
De werkvoorbereider installaties kan de koolmonoxidemelder (voorschriftenplaatsing) plaatsen en controleren op werking.
De werkvoorbereider installaties verzamelt en interpreteert informatie die voortkomt uit een opdracht van een klant.
Hij voert intern overleg over de uit te voeren opdracht.
Hij lost problemen op en adviseert daarbij ook over bijvoorbeeld de gewenste leverdatum van het product.
Bij onduidelijkheden in de opdracht overlegt hij met de klant.
De werkvoorbereider installaties berekent de kostprijs van het product. Hij maakt hiertoe berekeningen van o.a. materiaalkosten, materieelkosten, kosten van de afzonderlijke bewerkingen, loonkosten, kosten van eventueel uit te besteden werk en algemene bedrijfskosten.
Hij maakt investeringsberekeningen voor aan te schaffen productiemiddelen en berekent de doorlooptijd van het project.
Hij bespreekt de door hem gemaakte kostprijsberekeningen met de leidinggevende die vervolgens de berekeningen accordeert of verbeterpunten aangeeft.
De werkvoorbereider installaties levert de basisinformatie voor het maken van een complete offerte aan de hand van de aanvraag en de calculatie. Hij hanteert hierbij de doorlooptijd van het project, beschikbare menskracht in tijd en aantal en de (technische) mogelijkheden van het bedrijf.
Hij relateert deze aspecten aan de wensen van de klant. Hij beschrijft waaruit het project bestaat en geeft de looptijden van de projectonderdelen aan.
Hij verwerkt de standaard leveringsvoorwaarden, betalingsvoorwaarden en geldigheidsduur van de offerte.
Hij berekent de aanbiedingsprijs.
Hij stelt een offerte op, waarin hij vaste aspecten opneemt zoals de omschrijving van producten, de aanbiedingsprijs, leveringsvoorwaarden, betalingsvoorwaarden en geldigheidsduur van de offerte. Hij biedt de offerte ter controle aan de leidinggevende aan.
Hij geeft, indien de leidinggevende en de klant dit wensen, persoonlijk een toelichting op de offerte.
De werkvoorbereider installatie maakt een nacalculatie van de daadwerkelijke kosten zoals materieelkosten, kosten van de afzonderlijke bewerkingen, loonkosten, kosten van eventueel uit te besteden werk, algemene bedrijfskosten en de doorlooptijd van de totale opdracht.
Hij vergelijkt deze nacalculatie met de (eerder gemaakte) calculatie en maakt een verschilanalyse. Hij verzamelt en interpreteert deze informatie.
Vervolgens maakt hij berekeningen en gestructureerde overzichten over factoren die de kosten van het product bepalen (inzet van machines, materialen en menskracht).
Hij rapporteert de nacalculaties aan zijn leidinggevende en archiveert de nacalculaties.
De werkvoorbereider installaties neemt deel aan werkoverleg met betrekking tot het installatieproject. Hij overlegt over de benodigde werkzaamheden, de meest praktische werkvolgorde en de te organiseren materialen en middelen.
Hij doet voorstellen om het werk eenvoudiger en/of beter te doen en draagt oplossingen aan voor productietechnische vraagstukken.
De werkvoorbereider installaties bespreekt het installatieproject met monteurs en geeft hen advies, instructies en toelichting.
Hij zoekt bij problemen of stagnatie in de werkuitvoering, in overleg met de projectleider, naar een passende oplossing om de schade te beperken.
Hij informeert de technisch tekenaar met betrekking tot het ontwerp van de installatie.
Hij controleert het installatieproject aan de hand van de planning. Hij waarschuwt de projectleider als hij problemen signaleert.
De werkvoorbereider installatie beantwoordt vragen van de overige onderaannemers/leveranciers (van de gezamenlijke klant) met betrekking tot zijn eigen werkzaamheden.
Bij afwezigheid van leidinggevende fungeert hij als aanspreekpunt.
Hij overlegt met deze andere disciplines, vooral tijdens werkbesprekingen maar ook tijdens project- en bouwvergaderingen.
De werkvoorbereider installaties administreert en archiveert gedurende het gehele installatieproces een breed scala aan gegevens zoals: werkplannen, (revisie)tekeningen, offertes, inkooporders, contracten, facturen, overzichten meer- en minderwerk, verslagen en (meet)rapportages.
De medewerker bezit brede en specialistische kennis van de functie van het systeem en zijn componenten.
Hij bezit brede en specialistische kennis van de opbouw en werking van het systeem.
Hij heeft kennis van de installatietechnieken van de producten.
De medewerker heeft kennis van de werking van onderstaande installaties, toestellen en appendages Hij weet hoe de verschillende installaties werken en herkent deze in processchema's, installatie- en elektrotechnische schema's en tekeningen.
De medewerker kent de leiding- en kanaalsoorten en kan verbindingstechnieken van beschreven installaties toepassen.
De medewerker heeft inzicht in mechanismen die een rol spelen bij CO, zowel bij het toestel als in samenhang met het gebouw, daaronder valt ook de ventilatie. De medewerker heeft inzicht in componenten van het systeem in samenhang met gebouw en andere systemen in het gebouw (ventilatie, afzuiging end.) en kan omgevingsinvloeden overzien.
De medewerker weet van appendages en componenten zijn in het algemeen en herkent ze in verschillende installaties.
Hij heeft kennis van doel, functie en werking van standaard en niet-standaard componenten, appendages en regelapparatuur voor koude- en klimaatsystemen.
Hij werkt volgens de veiligheid voorschriften
Wetten (waaronder altijd het Bouwbesluit)
Regels (bijv. activiteiten besluit)
Normen: Bijv. NEN 1078
Praktijkrichtlijnen: Bijv. NPR 3378
Voorschriften (van de fabrikant)
Keuringseisen
Toezicht
Vergunningen
Bestek
De medewerker is alert op veiligheidsissues en het melden daarvan.
Kwaliteitsbesef: Hij is alert op gebreken ook al zijn deze lang geleden ontstaan of door latere wijzigingen in gebruik of verbouw.
De medewerker heeft kennis over elektrische aansluitingen. Hij kan bepalen of het elektrotechnische deel van de installaties aan de voorschriften voldoet.
Hij heeft kennis van NEN 1010 met betrekking tot aanleg, montage, en assemblage elektrotechnische deel van koelsystemen.
Hij heeft kennis van veilig werken in de elektrotechniek (NEN 3140).
De medewerker heeft kennis van opbouw, functie en werking van standaard en niet-standaard werktuigkundige toestellen en appendages.
Elektromotoren: 1-fase en 3-fase motoren
Beveiligingen:
- kortsluitbeveiliging
- overbelasting van de motoren
- hoofdschakelaar en werkschakelaar
Veilig werken aan installaties onder spanning
NEN 3140
NEN 1010 (1041-hoogspanning)
NEN-EN 50110 en NEN- 3140
De medewerker heeft kennis van:
- verwarmingsinstallaties
- warmtapwaterinstallaties
- spijsbereiders
Hij weet hoe de leidingen brandvrij en geluidsarm moeten worden gemonteerd.
De medewerker heeft uitgebreide kennis over verbrandingstoestellen (en branders in toestellen).
Hij herkent toestelclassificatie (Type A, B en C et cetera).
Hij herkent Indeling gastoestellen volgens CE-keur.
Hij begrijpt het typeplaatje van een gastoestel.
Hij kent de indeling van een meterkast.
Hij kan de gasmeter installeren.
Branders
Drukregelaar
Afsluiters
Toestelkraan
Afblaasveiligheid
Vlambeveiliging
Ontsteekinrichting
NEN 1078 (voorziening voor gas, nieuwbouw)
NEN 8078 (voorziening voor gas, bestaande bouw)
NPR 3378 (gasinstallaties)
NEN 6062 (brandveiligheid rookgasvoorziening)
NEN-EN 1775 (gasleidingen)
RoGaFa
Voorschriften (van de fabrikant)
NEN 2768 (meterruimte)
NEN 2920 (huishoudelijke toestellen)
NEN 3028 (verbrandingsinstallaties)
NEN 2078 (industrieel)
KE Keuringseisen
KIWA GasTEC QA
BRL 6000-04 (ontwerpen, installeren en beheren van installaties/gasverbrandingstoestellen)
De medewerker heeft kennis van verschillende soorten conventionele verwarmingsinstallaties.
Soorten verwarming-warmte afgiftesystemen:
- lokaal, centraal
- vloer/wandverwarming
Hij weet hoe de leidingen brandvrij en geluidsarm moeten worden gemonteerd.
De medewerker heeft uitgebreide kennis over lokale gasverwarmingstoestellen, gaskachel met en zonder geveluitmonding, CV-toestellen en CV-Combitoestellen.
Hij weet hoe radiatoren, convectoren (convectorput) en andere verwarmingslichamen worden aangesloten.
Beveiligingen
Verdeler/verzamelaar
Afsluiters
Vlotterkranen
Spoelkranen
Tapkranen
CV-pomp
Expansievat
Veiligheidsventiel
Thermostaten
Ruimtethermostaten
EPC Normen
KOMO keur (leidingen)
GasTEC
BRL 5602
DIN 4726
DIN 4751 (EN 12828)
DIN 4752 (EN 12953-6)
DIN 4747 (stadsverwarming)
De medewerker heeft inzicht in de werking van duurzame energie systemen zoals:
- warmtekrachtkoppelingen en warmtekrachtopslag
- warmtepompen in woningen
- HRe-units (micro-wkk)
- warmteterugwinning: WTW-units
- zonnecollectoren
- zonneboiler
- brandstofceltechnologie
- koelinstallaties
De medewerker kent de functie van de gasmotor in een wkk stadsverwarming systeem.
De medewerker kent de functie van de Stirling motor (micro-wkk) in een HRe-unit.
De medewerker heeft kennis van een zonneboiler met terugloop/leegloop systeem en van naverwarming in een zonneboiler systeem.
Warmtewisselaar
Pompen
Regelaars
De medewerker heeft kennis van natuurlijke Ventilatiesystemen: Systeem A.
(Voor mechanische ventilatie zie Luchtbehandelingsinstallaties woningbouw)
De medewerker heeft uitgebreide kennis over natuurlijke ventilatie systemen installeren en inregelen:
- Shunt kanaal en dwarsventilatie
Vaste gevelroosters (toe- en afvoer)
Handbediende gevelroosters (toe- en afvoer)
Zelfregelende gevelroosters (toe- en afvoer)
Bouwbesluit
NEN 1087
ISSO-publicatie 61, 62, 91, 92
De medewerker heeft kennis van luchtbehandelingsinstallaties in woningen:
- mechanische ventilatiesystemen: Systeem B, C en D
- luchtverwarmingsinstallaties
Hij weet hoe de kanalen brandvrij en geluidsarm moeten worden aangelegd.
De medewerker heeft in de woningbouw uitgebreide kennis over mechanische ventilatie systemen:
- ventilatorbox
- ventilatorbox met WTW
- dakventilator
over luchtverwarmingssystemen:
- lokale luchtverwarming direct en indirect
- luchtheater
Perilex steker
Ventilator
Roosters (toe- en afvoer)
Ventielen (toe- en afvoer)
Ruimtethermostaten
Geluiddempers
Bouwbesluit
NEN 1087
ISSO-publicatie 61, 62, 91, 92
De medewerker heeft kennis van luchtbehandelingsinstallaties in utiliteit :
- luchtbehandelingstoestellen
- luchtverwarmingssystemen
- koelinstallatie
Hij weet hoe de kanalen brandvrij en geluidsarm moeten worden aangelegd.
De medewerker heeft in de utiliteit uitgebreide kennis over luchtbehandelingstoestellen:
- luchtbehandelkast met interne componenten: ventilator, verwarmingsbatterij, koelbatterij, luchtbe-/ontvochtiging,
warmte wisselaar, warmtewiel.
voor luchtverwarmingssystemen:
- centrale luchtverwarming direct en indirect
- indirect gestookte heater
De medewerker heeft kennis van speciale luchtbehandelingstoestellen:
- luchtverhitters
- luchtgordijnen
- fancoil-units
- inductie-units
Ventilator / compressor
Roosters (toe- en afvoer)
Ventielen (toe- en afvoer)
Regelkleppen (VAV, CAV, etc)
Brandkleppen
Ruimtethermostaten
Geluiddempers
Stoombevochtigers
Bouwbesluit
NEN 1087
ISSO-publicatie 61, 62, 91, 92
Kleintje koellast (voorheen ISSO 8)
De medewerker heeft kennis van rookgasafvoer en verbrandingslucht toevoer voor afvoerloze toestellen zoals geisers, afvoergebonden en gesloten toestellen gastoestellen zoals CV-ketels. Hij gebruikt hiervoor de richtlijnen/handleidingen van de fabrikant.
Hij weet hoe de leidingen/kanalen brandvrij en geluidsarm moeten worden aangelegd.
De medewerker heeft uitgebreide kennis over rookgasafvoer en verbrandingslucht toevoer voor gastoestellen type A, B en C installeren.
Verbrandingslucht toevoer roosters of kanalen.
Rookgasafvoer kanalen:
- aluminium kanalen (enkelwandig, dubbelwandig, dun- en dikwandig)
- RVS kanalen
- kunststof kanalen
- steenachtig rookgasafvoer kanaal
RoGaFa
NEN 2757 (nieuwbouw)
NPR 2758 (nieuwbouw)
NEN 8757 (bestaande bouw)
NEN 6062 (brandveiligheid rookgasvoorziening)
NEN-EN 50379 (specificatie voor draagbaar elektrisch materieel bestemd voor het meten van rookgasparameters van verwarmingstoestellen)
KOMO
GASTEC-QA
De medewerker heeft kennis van warmtapwaterbereiders en weet hoe de leidingen brandvrij en geluidsarm moeten worden aangelegd.
De medewerker heeft uitgebreide kennis over warmtapwaterbereiders en hoe deze veilig en hygiënisch te installeren:
- gastoestellen (verbrandingstoestellen) algemeen
- warmwaterdoorstroomtoestel (Bad/keukengeiser, ed.)
- warmwatervoorraadtoestel (Close-in/up, badboilers, e.d.)
- gasboiler
- elektrische boiler
- boiler op stadsverwarming
Beveiligingen (keerklep, ontlastklep, beluchter, thermostaat)
Warmwatertappompen
DIN 4753
Legionella ISSO 55.1 en 55.2
De medewerker heeft kennis van:
- watertoevoerinstallatie- distributienet
- drinkwater installatie
- warmtapwaterinstallatie
- huishoudwaterinstallatie (niet drinkbaar)
Hij weet hoe de leidingen brandvrij en geluidsarm moeten worden aangelegd.
De medewerker heeft de kennis van drinkwatertoestellen en hoe deze veilig en hygiënisch te installeren:
- drink- en warmtapwater toestellen
- drukverhogingsinstallaties
- brandslanghaspels
Hoofdafsluiter
Afsluiters
Watermeter
Kranen (meng, aftap, hoek, stop, tap, buiten)
Vlotterkranen
Spoelkranen
Beveiligingen (keerklep, beluchter)
Opvoerpompen
Warmwater circulatiepompen
Legionella ISSO 55.1 en 55.2
NEN 1006
VEWIN (water) werkbladen
KIWA keurmerk ( mededeling 91)
- Hygiënecode drinkwater (voor winmiddelen)
- KWR praktijkrichtlijnen drinkwater
- Certificaat: Hygiënisch werken (10 geboden)
- CKB-regeling (voor bedrijven)
NEN 1594 (droge blusleiding)
De medewerker heeft kennis van rioleringsinstallaties en weet hoe deze moeten worden aangelegd volgens de NEN normen.
Hij weet hoe de leidingen brandvrij en geluidsarm moeten worden aangelegd.
De medewerker heeft uitgebreide kennis over sanitaire toestellen:
- wastafels
- closetpotten, bidet, urinoir
- douches
- (lig)bad
- vuilwaterpompen
Sifon
Sovent
Afscheiders en putten
Beluchter
Keerklep
Closet aansluitingen
Vuilwaterpompen
Gebouwaansluitingen
NEN 3215 Gebouwriolering
NTR 3216
De medewerker heeft kennis om spijsbereiders veilig en volgens voorschriften te monteren en aan te sluiten.
De medewerker kan sanitaire toestellen aansluiten:
- gaskomfoor
- gasfornuis met gasoven
- gasfornuis met elektrische oven
- kookplaat (gas en elektrisch)
- oven (gas en elektrisch)
- grill (gas en elektrisch)
Brander
Branderregeling
Gasleidingen
Toestelkranen
Zie onderdeel gasinstallaties en ventilatie.
De medewerker heeft kennis van hemelwaterafvoer.
De medewerker heeft uitgebreide kennis over hemelwaterafvoersystemen:
- standaard regenpijp systeem met dakgoten
- UV-hemelwaterafvoer / pluvia (onderdruk)systeem
De medewerker kan ter plaatse dakgoten bewerken.
(dak, mast, bak) Goten
Vergaarbak
Ondersteuningen dakgoten
Afwerkdetails (deklijst, eind- en kopschot)
PVC-buizen (ook drukleiding)
Zinken buizen
Koper buizen
Beugels hemelwaterafvoer buizen
Boldraadrooster, bladvanger, bladscheider
NEN 3215 Gebouwriolering
NTR 3216
De medewerker heeft kennis van metalen dakbedekking.
De medewerker heeft kennis over daken van metaal:
- (verzinkt) staal
- roestvast staal
- aluminium
- zink
- koper
- messing
- lood
(-titanium)
De medewerker kan communiceren met de klant, leveranciers onderaannemers, monteurs, collega's (en leidinggevende) in woord en geschrift. Hij kan moderne communicatiemiddelen hanteren.
De medewerker kan uitleg geven over de montage en werking van de installatie.
De medewerker kan correct, vlot en bondig formuleren en communiceren met vaktaal en is in staat vakkennis met collega's te delen. Hij heeft brede en specialistisch kennis van gebruikelijke vaktermen binnen de branche (vakjargon). Hij heeft omgangskunde en kan informatie mondeling en schriftelijk samenvatten. Gesignaleerde problemen of belemmeringen en bespreekt hij met collega’s, leidinggevende of de klant.
Hij is in staat de juiste gesprekstechnieken toe te passen die nodig zijn voor de begeleiding van collega's.
Hij kan technische correspondentie voeren.
De medewerker kan op adequate wijze samenwerken met collega's, zodat het werk wordt uitgevoerd in een voor alle teamleden prettige werksfeer. Hij is gemotiveerd en enthousiast en stelt zich collegiaal op.
De medewerker kan overleggen/afstemmen met klant, opdrachtgever, collega's, deskundigen en overige onderaannemers-leveranciers. Hij overlegt met collega’s en externe partijen die betrokken zijn bij het installatieproces, maakt werkafspraken en verwerkt de planningsinformatie accuraat. Hij is gesprekspartner voor inkoper (intern) of toeleverancier (extern). Hij kan keuzes toelichten op basis van duurzaamheid, technische specificaties en kosten.
De medewerker beantwoordt vragen over producten en systemen waar hij bij betrokken is. Hij deelt expertise, kan deze uitleggen en toelichten.
Hij informeert collega en/of leidinggevende. Hij draagt de resultaten van de werkzaamheden over aan werkvoorbereider en/of technicus. De medewerker kan omgaan met kritiek en zich zelf ook kritisch naar collega's opstellen. Hij bespreekt problemen met zijn collega’s. Hij reageert goed op feedback om zo de mogelijkheden tot verbetering te herkennen.
De medewerker formuleert bondig en correct én rapporteert nauwkeurig en volledig in een verslag dat begrijpelijk is door anderen.
De medewerker rapporteert tussen- en eindkeuringen. Hij rapporteert – mondeling of schriftelijk – de resultaten van wat gezien en gemeten is bij controles/keuringen. Daarvoor stelt hij een checklist, acceptatietest of een protocol op. Ook interpreteert en rapporteert de medewerker modificaties van derden aan installatie.
Hij past algemene, voorgeschreven of bedrijfseigen registratie- en rapportageformats toe. Hij werkt met registratienormen en -systemen.
Hij rapporteert over de voortgang van het project en eventueel meer-minderwerk. Bij voortgang en kostenbeheersing rapporteert hij bijzonderheden, maakt een voorstel over de te nemen acties voor het beheersen van de kosten.
Hij voert de projectadministratie en registreert en rapporteert alle gegevens van het installatieproject.
Hij archiveert projectgegevens.
De medewerker weet dat hij zich klantvriendelijk moet opstellen en daarvoor moet hij kunnen communiceren met de klant. Hij bereidt zich goed voor voorafgaande aan een bezoek en ziet er verzorgd, schoon en netjes uit en is representatief voor het bedrijf.
Hij adviseert en denkt mee met de klant door de financiële consequenties van bepaalde keuzes toe te lichten aan de hand van criteria zoals productieproces, levensduur van de onderdelen en de kosten voor vervanging en duurzaamheid.
Hij geeft de consequenties van wijzigingsvoorstellen aan vanuit verschillende perspectieven (bijvoorbeeld financieel en vanuit het productieproces) en benoemd de consequenties van meer- of minderwerk.
De medewerker onderzoekt de essentie van klachten omschrijft deze. In overleg met de klant treft de medewerker passende maatregelen op geconstateerde afwijkingen of doet voorstellen tot verbeteracties. De medewerker begrijpt het belang van werkafspraken en spant zich maximaal in op deze afspraken na te komen.
Hij informeert de klant over bediening en gebruik van de installatie en geeft de gebruiker instructies.
De medewerker heeft brede en specialistische kennis van de branche, producten en diensten, het kwaliteitssysteem en de kwaliteitseisen van het eigen bedrijf.
Hij heeft praktische kennis van:
- bedrijfssystemen en -processen waaronder principes van organisatiestructuur, bedrijfsvoering (inkoop, calculatie, ontwerp, werkvoorbereiding, productie, sales en markering en onderhoud), value chain, planningssystematieken en informatiesystemen
- productiemethoden zoals Plan van eisen installatietechniek
- kwaliteitscyclus.
De medewerker bezit brede en specialistische kennis van vakspecifieke (bedrijfs)procedures en regelgeving, hij kan de ontwerpkeuzes toetsen aan de wettelijke regelgeving, vereiste kwalificaties, voorschriften, kwaliteitsnormen, installatienormen en relevante technische- en veiligheidsnormen (NEN-ISO).
Hij herkent problemen, plant acties om deze problemen op te lossen en weegt verschillende oplossingsrichtingen tegen elkaar af. Hij analyseert en beoordeelt informatie zelfstandig en komt na zorgvuldige overwegingen tot eigen conclusies. Zijn denken en doen is gericht op een optimaal gebruik van tijd, geld en andere middelen. Hij voert werkzaamheden effectief en efficiënt uit.
De medewerker is betrokken bij het uitvoeren van kwaliteitscontroles en coördineert (deel)werkzaamheden zoals het controleren van checklijsten of het uitvoeren van metingen. Hij beheerst werkplaatstechnieken (basisvaardigheden) gericht op het werkgebied Installatietechniek.
Hij heeft praktische kennis van bedrijfsvoering en aspecten die van invloed zijn op de efficiency zoals de kosten, duurzaamheid en productieproces.
De medewerker is verantwoordelijk voor zijn veiligheid en die van anderen (collega's en klanten) en is zich bewust van veiligheid en protocollen. Hij is alert en oplettend, herkent en voorkomt onveilige situaties.
Hij heeft brede kennis van wettelijke regels, bedrijfsprocedures en technische normen met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu, zoals:
- Bouwbesluit (relevante onderdelen uit het bouwbesluit filteren)
- certificerende instanties (KIWA, ISSO, CEmarkering, ISO, NEN, NPR, Verwin)
- (praktische kennis) machine richtlijnen.
- (werk)vergunningen
- voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
De medewerker heeft brede en specialistische kennis op de juiste uitvoering van:
- kwaliteit, Arbo en milieu (KAM)
- veiligheid gezondheid en milieu (VCA VOL)
- gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
- werken aan gasinstallaties (NEN 1078)
- werken in brand en explosie gevaarlijke situaties (Atex)
- veilig werken aan laagspanningsinstallaties (NEN 1010, NPR 5310)
- veilig werken aan installaties onder spanning, (NEN 3140, NTA 8025)
- verantwoordelijkheden in elektrotechnische installaties (NTA 8025, periodieke beoordeling van de veiligheid van technische installaties en technische voorzieningen in woningen)
- werken aan laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen (NEN-EN 6043)
- veiligheidsgedrag van zichzelf en anderen.
De medewerker kan een risicoanalyses maken.
De medewerker bezit brede en specialistische kennis van de relevante vaktheorie
De medewerker heeft de kennis van natuurkunde:
- SI-stelsel en SI-voorvoegsel
- Temperatuurschalen
- Omtrek, oppervlakte en inhoud (volume)
- Wiskundige figuren herkennen
- Massa, Volume, Massadichtheid
- Krachten en druk
- Hefbomen
- Uitzetten en krimpen
Verdieping natuurkundige en scheikundige eigenschappen.
- de wet van Boyle en de wetten van Newton.
- Stromingsleer: Hydrodynamica vloeistoffen/water; Aerodynamica gassen/lucht/;
- Stroomsnelheid, statische en dynamische druk.
- Warmte en warmte-overdracht (door water en lucht: stroming, geleiding en straling).
- Log ph diagrammen, Molier h/x-diagram
Kennis van de eigenschappen van diverse vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen
Kennis van bouwfysica
De medewerker weet wat gas is, heeft kennis van distributie van (aard)gas en kent de scheikundige eigenschappen van gas. De medewerker is bekend met de invloed van gas op het milieu.
Hij heeft kennis van de eigenschappen zoals samenstelling van verschillende soorten (aard)gassen.
De medewerker kent de principewerking van gasinstallaties.
De medewerker kent de brandstofeigenschappen (meestal gas) en soorten.
De medewerker kent de natuurkundige- en scheikundige principes van verbranding(processen).
De medewerker kent de herkomst van drinkwater, zoals oppervlaktewater, grondwater, oevergrondwater). Hij heeft kennis van water (aggregatietoestanden, kookpunt, verdamping en verdampingswarmte).
De medewerker heeft kennis van distributie van water en kennis van eigenschappen en samenstelling en watertypen drinkwater/huishoudwater (grijswater).
De medewerker heeft kennis van elektriciteitsleer en de basisbegrippen:
- productie van elektriciteit
- begrip stroomspanning en vermogen
- Wet van Ohm
- weerstand van geleiders
- elektrisch vermogen
- spanningsbronnen
- serie- en parallelschakelingen van spanningsbronnen
- kleurendraad, aarding en beveiliging.
Hij heeft kennis van elektrotechniek en elektrische componenten algemeen, specialisme en weet de toepassingen.
De medewerker heeft kennis van basisprincipes van besturings-, meet- en regeltechniek en kan deze verklaren en verwerken in de werkvoorbereiding. Hij weet hoe het inregelen van diverse installaties wordt toegepast.
Hij kent de werking en toepassing van meet- en regeltechniek voor gebouwbeheersysteem, klimaatregelingen, ruimtetemperatuurregeling. Hij herkent de componenten in het ontwerp.
De medewerker:
- kan regeltechnische omschrijving (RTO) lezen
- elektrotechnische componenten toepassen
- kan toegepaste componenten inregelen
- kan regelschema's lezen
- KNX communicatieprotocol en domotica
- heeft kennis van brandmeldpaneel
De medewerker kan technisch tekenen lezen en heeft brede en specialistische kennis van algemene tekenafspraken over projectiemethoden (aanzichten en doorsneden), lijnsoorten, maten inschrijven én doorsneden maken et cetera.
- Hij kan tekeningen lezen van eigen installatie disciplines en heeft symbolenkennis: luchtkanalentekeningen, coördinatietekeningen, keuken(opstel)tekeningen, rioleringstekeningen, indelingstekeningen, bestekstekeningen, CV-installatie, koelinstallatie en sprinklerinstallaties.
- Hij kan (bouwkundige)tekeningen van bouwpartners lezen: plattegronden, funderingstekeningen inclusief heipalen, detailtekeningen, stramienindeling, sparingstekeningen (bijvoorbeeld kabelbanen en/of kabels), kabelgoottekeningen, bestektekeningen, coördinatietekeningen, hoogte ruimten, wel of geen systeemplafonds, plafondrastertekeningen, rechter onderhoek, wel of geen kruipruimte, draairichting van deuren, trappenindeling, renvooi, (holle of gemetselde) wand, kanaal of breedplaatvloeren, wandafwerking, doorsnede tekeningen (A-A), brandwerendheid en brandscheiding.
- Hij kan zelf technisch tekenen: Hij kan een technische tekening maken volgens geldende normen en voorschriften. Gebruikt een tekenpakket bij het maken en uitwerken van het ontwerp.
- Hij heeft praktische kennis van een op Autocad gebaseerd tekenpakket en geïntegreerde informatiesystemen zoals Building Information Modeling (BIM).
- Bij technisch tekenen gebruikt hij tekensystemen bij het maken en uitwerken van het ontwerp en het doorvoeren van aanpassingen (revisie). Hij maakt verschillende werktekeningen en detailtekeningen voor monteurs volgens de bedrijfsvoorschriften. Maakt werkinstructies voor monteurs.
De medewerker is continu bezig met het archiveren en documenteren van tekeningen.
De medewerker is op de hoogte van normen in technische tekeningen en weet waar deze beschreven staan:
- NEN bundel 16 (Normen voor werktuigbouwkundig tekenen)
- NEN 2322 Principe schema's
- NEN 3048 symbolen pijpleidingen
- NEN- ISO 128 (Aanzichten op werktuigbouwkundige tekeningen).
Bouwkundige tekeningen:
- NEN bundel 10 (normen voor tekeningen in de bouw);
- NEN 3214 (Aanduiding riolering op tekening)
Elektrotechnische tekeningen en symbolen (de medewerker kan elektrotechnische tekeningen en schema’s lezen):
- NEN 5152 (elektrotechnische symbolen
De medewerker heeft kennis van beheer van gereedschappen, kiest de juiste en reserveert/bestelt deze voor een bepaalde opdracht.
De medewerker heeft brede kennis van algemeen handgereedschap en weet waar deze voor ingezet wordt: hamer, beitels, tangen, (steek-/ring-)sleutels, schroevendraaiers, ratels, messen, zagen, buizenknipper/snijder, kwasten et cetera.
Hij weet dat voor sommige specialistisch handgereedschap een extra (gecertificeerde) opleiding nodig is: buigijzer, buigpomp, draadsnij-ijzer, tapgereedschap, optrompgereedschap .
Spangereedschap: bankschroef, buizenklem, spanschroef griptang, lijmklem, werkbank.
De medewerker heeft brede kennis van elektrisch (hand)gereedschap en weet waar deze voor ingezet wordt: (sleuven)frees, reciprozaag, afkortmachine, boormachine en boorhamer, slijpmachine, spiegel- en elektrolasmachine, draadsnijmachine.
Een extra (gecertificeerde) opleiding/instructie is vaak nodig.
De medewerker heeft brede kennis van meetgereedschap: liniaal, meetlint, waterpas, aftekengereedschap.
De medewerker heeft kennis van (elektronisch) controlegereedschap o.a. voor het opsporen en verhelpen van storingen en lekkages: (gas)drukmeter, flowmeter, volumestroommeter, temperatuurmeter, universeelmeter, rookgasanalysemeter, chronograaf en beproevingsgereedschap. De medewerker kan uitkomsten beoordelen en interpreteren.
Een extra (gecertificeerde) opleiding/instructie is vaak nodig.
De medewerker heeft brede kennis van soldeermiddelen en soldeerapparaten: elektrische soldeerbout, soldeerbranders (hard/zacht solderen).
De medewerker heeft kennis van lasapparaten en een autogeen brander/lasapparaten.
Een extra (gecertificeerde) opleiding/instructie is vaak nodig.
De medewerker weet welk gereedschap nodig is voor dakbedekking.
Bijvoorbeeld zink soldeer brander (soldeerbout en brander) om dak- en hemelwaterafvoer te construeren. Hij weet welke gereedschappen nodig zijn voor metalen dakbedekking: walsmachine, kraalmachine, zetbank, kantbank, buigmachine, felsgereedschap, zinkklopper, zinksnijder, doorloopschaar, hefboomschaar en plaatschaar.
Een extra (gecertificeerde) opleiding/instructie is vaak nodig.
De medewerker bezit brede en specialistische kennis van materialen en middelen die bij het installeren van technische producten worden toegepast en weet hoe materialen en middelen moeten worden ingezet en kiest de juiste voor de opdracht.
Hij licht eigenschappen van materialen toe (inclusief de normen), stelt materiaallijsten op en controleert deze op montagetechnieken, logistiek handelen, indirecte werkzaamheden en bouwkundige voorzieningen én kan materialen en onderdelen bestellen.
De medewerker weet welke materialen verkrijgbaar zijn en weet welk materiaal waar het best kan worden toegepast. De medewerker heeft brede kennis van materialen als buizen/leidingen, leidingonderdelen en verbindingen. Ook van koperdraad (maat- en kleuren-codering), aarddraad, montagesnoer, VD-draad, kabelsoorten en verbindingen.
Gietijzer (riolering), Dikwandig staal, (meerlaagse) kunststofbuis, stalen precisiebuis
RVS buis, koperen leiding met of zonder kunststofmantel, flexibele leidingen, PVC-buis, PP-buis, PE-buis (op rol), PE-buis, meerlaagse kunststofbuis.
Leidingsverbindingstechnieken (zie aanleggen van leidingen), Kabelschoenen, krimpkousen, tiewraps, (vulkaniserend) tape.
De medewerker heeft brede kennis van isolatiematerialen en bescherming (IP) bedrading en apparatuur en wanneer en op welke installatie toe te passen.
Isolatiemateriaal en bescherming:
- isolatieschalen, steen- en glaswol, PIR-schalen, flexibele elastomeren (Armaflex), isolatiematrassen en dekens, loodfolie, tape, kit
- mechanische bescherming: ribbelbuis, polyetheen bekleding (mantelbuis)
- bescherming tegen vocht: International Proctection classificatie (IP) van schakelaar, wandcontactdoos en armatuur
Speciaal materieel: rolsteiger, hoogwerker.
De medewerker weet welke bevestigingsmaterialen verkrijgbaar zijn en weet welke hij waar het best kan toepassen: schroeven, tapbouten, slotbouten, draadeinden, draadbussen, dubels, pennen, pluggen (kunststof en metaal), clips, buisklemmen, beugels, moeren, ringen, zadels, pijpbeugels, railsystemen, profiel- en spantklemmen, tiewraps.
Hij weet hoe hij leidingen moet beugelen en installaties en apparatuur moet bevestigen.
De medewerker geeft doorvoeringen in het ontwerp aan (bijvoorbeeld in hout, beton, steen, metaal) met de juiste gereedschappen. De medewerker heeft voor leidingaanleg praktisch inzicht voor het selecteren, positioneren en toepassen van: gasleidingen, drinkwaterleidingen, luchtkanalen, cv-waterleidingen, rioleringsleidingen (et cetera) en bevestigingsmateriaal. De medewerker weet dat doorvoeringen constructies verzwakken. Hij weet dat de positie van een doorvoering in een dragende constructie belangrijk is, een verkeerd geplaatste doorvoering verzwakt de constructie veel meer dan een juist geplaatste. Hij weet dat de grootte van de doorvoering van invloed is, kleinere doorvoeringen van water of gasleidingen hebben minder invloed op de draagkracht van een constructie dan grotere doorvoeringen van bijvoorbeeld ventilatiekanalen. Hij controleert of de sparingen voldoen aan de voorschriften voor (brandveilige) doorvoeringen en sleuven.
Hij kent de ARBO-regels voor boren, frezen en hakken en heeft kennis van leidingmateriaal.
Hij kent en werkt volgens de ISSO Brandveilige doorvoeringen.
De medewerker selecteert leidingen, toestellen, onderdelen en appendages (beugelen en bevestigen) bij het ontwerp.
Hij heeft zowel praktisch inzicht als theoretische kennis voor het selecteren, positioneren en toepassen van: gasleidingen, drinkwaterleidingen, luchtkanalen, cv-waterleidingen, rioleringsleidingen (et cetera) en bevestigingsmaterialen.
Hij kent het verschil tussen toepassingen van losneembare en niet-losneembare verbindingen. Kent de verschillende verbindingstechnieken
Hij heeft kennis van isolatiematerialen op leidingen en appendages: isolatieschalen, steen- en glaswol, PIR-schalen, flexibele elastomeren (Armaflex), isolatiematrassen, dekens en loodfolie.
Hij weet hoe leidingen beschermd moeten wordt tegen corrosie met een coating: zink coating, thermisch verzinkt, geschilderd zink.
Hij heeft kennis van beschermen tegen mechanische invloeden van buiten af met een mantel: ribbelbuis, polyetheen bekleding.
De medewerker weet hoe leidingen en componenten worden monteren (beugelen en bevestigen) en kent de beugelafstanden.
De medewerker doet (tussen)controle van de leidingaanleg en componenten, volgens normen en richtlijnen.
De medewerker bezit brede en specialistische kennis van beperkingen en mogelijkheden van uitvoeringstechnieken en van de afhankelijkheid en volgordelijkheid van uitvoeringsprocessen en technieken.
Hij leest technische informatie en tekeningen. Deze interpreteert, gebruikt hij en verwerkt deze bij de werkvoorbereiding
Hij bezit kennis van bouwkundige constructies relevant voor de installatietechniek en kan contracten/bestek van het werk lezen (STABU standaard) en de benodigde informatie en gegevens eruit filteren. Hij kan de afwerkstaat lezen.
De medewerker heeft overleg met de brandweer en energie leverende bedrijven.
De medewerker heeft algemene kennis over:
- bouwkundige voorzieningen
- (in)directe werkzaamheden
- montagetechnieken
- Logistiek handelen
De medewerker kan het bedrijft bij een aanbesteding toevoegen met een inschrijfbiljet.
Hij stelt de materialenstaten op vanuit het ontwerp, tekeningen, wensen van de klant, offertes en uitwerkingen van de installaties.
Hij maakt met behulp van de tekeningen en materiaaloverzichten een werkvoorbereiding. Hiermee kan door de monteurs de installatie volgens geldende formats en normen worden gemaakt.
De medewerker heeft brede kennis bedrijfskunde en bedrijfseconomie waaronder brede en specialistische kennis en inzicht van kostenopbouw en kennis van de factoren die de kostprijs bepalen, zoals materialen en middelen (prijs/kwaliteit- verhouding) en mensen.
Hij stelt eenheden vast uit bestek, tekeningen en materiaalstaten.
Hij doet aan inkoopvergelijk. Hij maakt een kostenanalyses en deelt posten in.
Hij heeft kennis van calculatie methoden waaronder voorcalculaties, open begroting, inkoopvergelijk, kostenberekeningen (manuren, werk derden).
Past productiviteits- , arbeidsnormen en kengetallen toe (montagetijden, Gustav Ende, calculatie tijdnormen UNETO-VNI).
Hij rekent met tarieven en normbedragen. Hij werkt met kortingsstaffels, voorkeurslijst leveranciers.
Hij gebruikt calculatieprogramma's (spreadsheets) en (digitale) informatie-/verwerkingssystemen en kan werken met registratienormen en –systemen.
Hij stelt nacalculatie op, neemt meer-/minderwerk op, rapporteert hierover en stelt de kostprijs vast. Hij bespreekt de kostprijsberekeningen met de leidinggevende.
De medewerker vertaalt de calculatie in een leesbare offerte.
Hij bepaalt de brutoprijs, nettoprijs, inclusief/exclusief BTW. Hij heeft kennis van (in)directe kosten, eindstaat), urenstaten, afwerkstaten en meer-/minderwerk.
Hij stelt een gestructureerde offerte op en verwerkt projectgegevens in de offerte.
Hij licht de offerte begrijpelijk en correct toe aan de klant.
De medewerker heeft brede en specialistische kennis van planningssystematiek.
Hij kan met behulp van uit de kostenberekening vastgestelde benodigde uren, inkoop van materialen en middelen bepalen.
De medewerker kan de bouwkundige planning en bestek lezen, voegt die toe aan zijn berekeningen.
Hij overlegt de uitvoering van het werk met andere disciplines en externe relaties en stemt de werkzaamheden af op de eigen planning.
Hij maakt (detail)planningen, werkinstructies en uitvoerings-/werkplannen.
De medewerker kan vaardig omgaan met planningen en hanteert planningsmethoden waaronder strokenplanning.
Hij organiseren van mensen, materialen en middelen.
De medewerker stemt inkooporders af met de leveranciers en maakt afspraken en legt afspraken vast met leverancier.
Hij bewaakt de planning voor levering.
De medewerker begeleidt het installatieproject. Hij bespreekt het installatieproject met monteurs en geeft hen advies, instructies en toelichting. Hij werkt projectmatig, hij zet een project op en beheert de werkzaamheden in zijn planning. Hij gebruikt geautomatiseerde systemen voor projectbegeleiding en bewaakt de voortgang. Hij haalt kritische punten uit planningen zodat anderen tijdig worden geïnformeerd. Hij weet dat een ontwerptraject niet altijd volgens vastomlijnde patronen verloopt. Past eigen werkwijze aan wanneer de situatie daarom vraagt.
De medewerker ondersteunt de projectleider wanneer er stagnatie in de werkuitvoering dreigt op te treden. Hij zoekt naar passende oplossingen die de schade en extra kosten bepreken. Hij doet voorstellen bij problemen ten aanzien van de te maken installatie. Hij bespreekt het project met alle intern betrokkene in de uitvoering. Hij geeft monteurs advies, instructies en toelichting om het werk uit te voeren.
De medewerker ontwerpt de installatie NIET zelf. Hij leest van installaties uit zijn werkgebied documenten en tekeningen van het ontwerp. Het kan een compleet nieuwe installatie betreffen of een uitbreiding van een bestaande installatie. De medewerker krijgt door het lezen van het ontwerp een compleet beeld van de installatie en de werkvoorbereiding.
De medewerker kan eenvoudige ontwerpberekeningen uitvoeren op (deel-)systemen. Dat doet hij vooral ter controle van het ontwerp waarvoor hij de werkvoorbereiding doet. Hij werkt de installaties zo compleet mogelijk uit waardoor een duidelijk beeld ontstaat van toestellen, leidingen, componenten, appendages et cetera welke nodig zijn voor de materiaallijsten.
Hij werkt nauwkeurig en probeert fouten te voorkomen en voert de werkzaamheden zorgvuldig uit.
Hij heeft basiskennis van geïntegreerde informatiesystemen zoals Building Information Modeling (BIM) voor de (utiliteits)bouw.
De medewerker heeft kennis van een aardgasinstallatie (waaronder de voorziening voor gas). Hij heeft kennis van principewerking gasinstallaties en kennis van gasverbrandingstoestellen en gasleidingen. Hij weet waar leidingen en toestellen gepositioneerd en gemonteerd moeten worden.
De medewerker kan ter controle de gasleidinginstallatie berekenen met behulp van toestelbelastingen. Hij weet wat gelijktijdigheidsfactoren zijn.
Hij past de normen en praktijkrichtlijnen toe: NEN 1078 toepassen (NPR).
De medewerker heeft kennis van de waterinstallaties waaronder:
- drinkwaterinstallaties, warmtapwaterinstallaties, brandblusinstallaties, drukverhogingsinstallaties, warmtapwateropwekkers,
Hij kan ontwerpen en dimensioneren:
- tapwaterinstallaties koud en warm, -boilers, -circulatiepompen, -drukverhoging
Hij heeft kennis van drinkwaterleidingen, leidingsystemen en verbindingstechnieken en maakt een passende selectie bij het ontwerp. In het ontwerp positioneert hij de leidingen en appendages.
Hij heeft kennis van brandbestrijdingsinstallaties en keuringen waaronder:
- brandslanghaspels, brandpompen, drogeblusleiding (en poederblussers)
Hij kan ter controle het vermogen van een doorstroomtoestel berekenen.
Hij kan het vermogen voor het warmtapwaterbereider inschatten, aflezen/bepalen en eventueel ter controle berekenen.
Hij past de normen en werkbladen toe:
- NEN 1006, ISSO 55.1 en 55.2 legionella
De medewerker heeft kennis van waterafvoer waaronder hemelwaterafvoer, vuilwaterafvoer en kan hiervan een ontwerptekening maken.
Hij heeft kennis over de onderdelen in de gebouwriolering en weet hoe deze met elkaar in verbinding staan.
De medewerker heeft praktisch inzicht van de berekeningen.
Hij begrijpt de toepassing van een dakgoot en de werking van een onderdruksysteem. Heeft kennis van materiaalsoorten van leidingen en dakgoten. Hij heeft kennis van uitzetting van dakgoten.
Normen: NTR3216.
De medewerker heeft diepgaande kennis van verwarmingsinstallaties:
- principewerking CV-installatie, warmteoverdracht, toestellen en temperatuurregime
- leidingnetberekeningen (ter controle), inregelen/balanceren
- hydraulische schakelingen, proces & instrumentatieschema’s
De medewerker werkt de verwarmingsinstallatie uit, inclusief het leidingnet passend bij het leidingsysteem ( 1-pijps, 2-pijps, Tichelman).
Hij selecteert (als de ontwerper dat niet al heeft gedaan) bij het ontwerp passende:
- toestellen, leidingtypen en verwarmingslichamen
- appendages (expansievoorzieningen, beveiligingen, inregelafsluiters, regelkleppen et cetera)
- pompen met behulp van pompkarakteristieken.
Hij past normen toe en kent de EPC-waarden van woningen.
NEN 1078 (gasinstallaties), normen NEN 3028 (Eisen voor verbrandingsinstallaties) en 1087 (ventilatie nieuwbouw).
Dimensioneren CV-installatie ISSO 18 (leidingnet berekening)
ISSO 51 (warmteverlies woningen) en ISSO 44 (hydraulische schakelingen), Vabi-rekentool.
De medewerker kan (ter controle) ventilatie & afvoersystemen berekenen, ontwerpen en tekenen. De medewerker kent de principewerking van ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties waaronder: mechanische/natuurlijke ventilatiesystemen, luchtverwarmingssystemen.
De medewerker kan een systeemkeuze maken als de ontwerper dat al niet gedaan heeft.
Eventueel berekent hij luchtvolumestromen, dimensioneert luchtkanalen conform Luka en berekent en selecteert roosters en/of ventielen voor het ontwerp.
Hij kan ventilator karakteristieken lezen om zo de juiste ventilator te kiezen.
De medewerker kent de regels in het Bouwbesluit voor luchtverversing voor woningbouw en utiliteit. Hij past de regels/eisen voor opstellingsruimte en stookruimte op luchttoevoer en ventilatie toe. Hij weet waarom je moet ventileren.
Normen, Bouwbesluit (luchtverversing), NEN 1087 (ventilatie nieuwbouw).
De medewerker heeft kennis van luchttoevoer/rookgasafvoer installaties.
Hij past zijn kennis over luchtkwaliteit toe.
Hij begrijpt waarvoor de ventilator dient voor type B en C toestellen.
De medewerker kent de werking en noodzaak van verbrandingslucht toevoer en rookgassen afvoer.
De medewerker kent het verschil tussen een open en gesloten systeem. Hij weet welke luchttoevoer en rookgasafvoer mogelijkheden er zijn voor type A, B en C toestellen.
Hij weet dat een niet goed geïnstalleerd rookgas-afvoersysteem dodelijk kan zijn voor de bewoners en hij en zijn bedrijf daar strafrechtelijk voor vervolgd kunnen worden.
Normen: Bouwbesluit, NEN 3028. Voor beugelen worden de RoGaFa richtlijnen toegepast.
De medewerker heeft kennis van koelinstallaties waaronder principewerking koelinstallaties incl. warmtepomp en componenten en appendage (pompen, expansievoorzieningen, beveiligingen, inregelafsluiters, regelkleppen (twee- of drieweg), koude afgifte-elementen, etc).
Normen: Hij heeft kennis van het bouwbesluit waaronder samenhang en regelgeving, inhoud bouwbesluit, normen, EPC-berekening en bestek.
Dimensioneren koelinstallatie ISSO 18 (leidingnet berekening).
De medewerker heeft basiskennis van besturings-, meet- en regeltechniek en kan componenten van regeling herkennen, de werking verklaren, toepassen.
De medewerker kan op effectieve wijze deelnemen aan gesprekken over onderwerpen uit het werk en van maatschappelijke aard. Hij kan monologen en presentaties houden over onderwerpen uit het werk en van maatschappelijke aard waarin ideeën worden uitgewerkt en voorzien van relevante voorbeelden.
De medewerker moet mondelinge instructies kunnen volgen en overleggen met zijn leidinggevende. Hij moet gegevens kunnen bespreken met zijn collega’s. Hij moet uitleg en instructie kunnen geven aan de collega’s. Hij moet kunnen inspelen op vragen over de uitvoering van de taken.
De medewerker kan luisteren naar een variatie aan teksten over onderwerpen uit het werk en van maatschappelijke aard.
De medewerker kan uitleg en instructies over concrete en abstracte onderwerpen begrijpen. Hij kan (verhalende, informatieve, instructieve en betogende) tekstsoorten onderscheiden en benoemen. Hij kan onderscheid maken tussen mening en feit en tussen standpunt en argument.
De medewerker kan gedetailleerde teksten schrijven over onderwerpen uit het werk en van maatschappelijke aard, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen bijeengevoegd en beoordeeld worden. Voor het schrijven moet hij metingen invullen op lijsten en maten en afwijkingen en storingen rapporteren. Daarnaast moet hij de planning bijstellen. De medewerker kan omgaan met Excel, Word, e-mail en PowerPoint.
De medewerker kan een grote variatie aan teksten over onderwerpen uit het werk en van maatschappelijke aard zelfstandig lezen. Hij leest met begrip voor geheel en details.
Hij begrijpt en herkent relaties als oorzaak-gevolg, middel-doel, opsomming e.d.
De medewerker moet de werkinstructie en planning kunnen lezen evenals gegevens over het ontwerp/onderhoudsproces/serviceproces.
De medewerker kan technische documentatie in het Engels lezen en interpreteren, hij kan instructie geven in het Engels en gesprekken voeren in het Engels met monteurs, klanten of onderaannemers.
De medewerker kan technische documentatie in het Duits lezen en interpreteren, hij kan instructie geven en communiceren in het Duits.
De medewerker kan technische termen in (Engelstalige/Duitstalige) handleidingen lezen en interpreteren. Hij kan instructies lezen, begrijpen en toepassen. Hij kan eenvoudige vakgerichte literatuur herkennend lezen, ook in het Engels en Duits.
Wiskunde gericht op het werkgebied en doorstroom naar het HBO.
De medewerker heeft cijfermatig inzicht en kennis van formules berekenen (bijv. voor gebruik machines) en kan vakgerelateerde berekeningen maken. De medewerker moet beschikken over de basiskennis van rekenen:
- Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen
- Breuken en verhoudingen berekenen
- Procenten
- Lengtematen berekenen
- Cirkel (omtrek en oppervlakte)
- In- en uitwendige middellijn
- Straal
- Cilinder
- Wanddikte
- Omrekenen eenheden
- Schrijfwijze negatieve getallen: -3˚C, -150 m
- Symbolen zoals < en > gebruiken
- Gebruik van wortelteken, machten
- Getalnotaties met miljoen en miljard
- Getallen relateren aan situaties.
De medewerker kan ontwerpberekeningen controleren en reproduceren.
De medewerker heeft basiskennis van verhoudingen.
- Formele schrijfwijze van een ’kwart van 260 leerlingen’, schaal 1 : 100 bij schaal herkennen, 1 op de 5 Nederlanders is hetzelfde als ‘een vijfde deel van alle Nederlanders’.
- Notatie van breuken, decimale getallen en procenten herkennen en gebruiken.
- Eenvoudige stambreuken (1/2 ,1/4 ,1/10 ,..), decimale getallen (€ 0,50; € 0,25; € 0,10), percentages (50%, 25%, 10%) en verhoudingen (1 op de 2, 1 op de 4, 1 op de 10) in elkaar omzetten.
De medewerker kan met een rekenmachine breuken en procenten berekenen of benaderen als eindige decimale getallen.
De medewerker kan meetresultaten beoordelen en naar aanleiding daarvan adequate vervolgacties ondernemen. Tevens moet hij allerlei soorten conversietabellen kunnen hanteren.
Hij beheerst de beroepseisen t.a.v. rekenen en praktische wiskunde op 3F en kan generiek rekenen op 3F.
De medewerker heeft kennis van meet-, regel- en besturingstechnieken en heeft ruimtelijk inzicht. Hij kan tekeningen en (elektrische) symbolen en leidingen lezen en interpreteren. Hij kan locatieschetsen bestuderen en zich hier een voorstelling van maken en oppervlakten schatten en bepalen van hoeveelheden.
De medewerker moet vaardig zijn in het meten/bepalen van ruimtelijke voorwerpen, waarbij onder andere lengte, hoeken, diameter, oppervlakte en inhoud van belang zijn.
Verder heeft de medewerker ruimtelijk inzicht nodig bij:
- het zich een beeld vormen van de werking van de verschillende onderdelen van apparatuur;
- bij het kunnen lezen van isometrische tekeningen, processchema, bedrijfsschema’s, elektrotechnische schakelschema’s, werktekeningen, schetsen en logica- en besturingscircuits en het leggen van de relatie hiervan met de werkelijkheid en
- bij het onderscheiden van componenten of producten die veel op elkaar lijken.
De medewerker kan bij het uitvoeren van de metingen de resultaten vergelijken met de gewenste uitkomst en naar aanleiding hiervan actie ondernemen. Hij kan meetapparatuur aflezen en bedienen.
Hij heeft kennis van beweging en kracht in relatie tot opslag en verplaatsen goederen en monteren en uitvoeren van montagewerkzaamheden.
- Negatieve getallen plaatsen in getalsysteem.
- Getallen met elkaar vergelijken.
- Situaties met getallen/aantallen vertalen naar een bewerking.
- Afronden op ‘mooie’ getallen.
- Binnen een situatie het resultaat van een berekening op juistheid controleren.
De medewerker kan tabellen, diagrammen en grafieken bij het ontwerpen toepassen en daarbij conclusies formuleren. Hij kan omgaan met formules. Hij kan complexere meetinstrumenten gebruiken en aflezen. Hij kan redeneren over verhoudingen en breuken en kent de structuur en de samenhang tussen decimale maateenheden en kan in concrete situaties de juiste maateenheden gebruiken. Hij kan berekeningen uitvoeren met procenten en verhoudingen.
- Negatieve getallen in berekeningen gebruiken.
- Haakjes gebruiken.
- Met een rekenmachine breuken, procenten,
machten en wortels berekenen of benaderen als eindige decimale getallen.
- Schatten van een uitkomst.
- Resultaat van een berekening afronden in overeenstemming met de gegeven situatie.
- Bij berekeningen een passend rekenmodel of de rekenmachine kiezen.
- Berekeningen en redeneringen verifiëren.
- Rekenen met samengestelde grootheden (km/u, m/s en dergelijke).
- Bepalen op welke (eenvoudige) schaal iets getekend is, als enkele maten gegeven zijn.
- Uitvoeren procentberekeningen.
- Verhoudingen met elkaar vergelijken en daartoe een passend rekenmodel kiezen.
- Vergroting als toepassing van verhoudingen.
Voor leidingberekening moet de medewerker begrip hebben van:
- kwadratische formules om stromingsweerstanden en drukverschillen te berekenen (voor water-, cv-leidingen, toestellen en appendages, rookgasafvoersystemen en eventueel ook verbrandingslucht toevoer systemen)
- formules om trek voor rookgas en eventueel ventilatie (shuntkanaal) te berekenen.
- formules om de capaciteit van drinkwaterinstallaties te berekenen met behulp van spoeleenheden en tapeenheden.
- formules om rioleringssystemen en eventueel hemelwater afvoer systemen te berekenen.
- warmte overdracht berekening (cv)
- transmissieberekening (cv, huis schil (EPC berekening))
- vermogen en belasting berekenen (cv)
- COP berekening (warmtepomp)
De medewerker moet deze berekeningen zelfstandig kunnen maken.
VCA VOL
NEN 3140 certificering is verplicht voor iedereen die werkzaamheden uitvoert in of rondom elektrotechnische installaties