Voor specifieke informatie of informatie op maat, neem contact met ons op.
De tekenaar werktuigkundige installaties verzamelt de benodigde ontwerpgegevens en informatie voor de te tekenen producten of installaties.
Hij signaleert of er informatie ontbreekt.
Hij overlegt hierover met de projectleider, leidinggevende en andere betrokkenen om af te stemmen.
Hij plant de uitvoering van zijn eigen tekenwerk.
De tekenaar werktuigkundige installaties werkt het ontwerp uit in verschillende eenvoudige tekeningen, bijvoorbeeld in isometrische tekeningen.
Hij bepaalt de maatvoering van de onderdelen binnen de normen van de ontwerpspecificatie.
Hij geeft maten aan in de tekening, de te gebruiken materialen, aanduidingen en eventuele symbolen voor bijvoorbeeld elektrotechnische en besturingscomponenten.
De tekenaar werktuigkundige installaties maakt op basis van de ontwerpgegevens en tekeningen keuzes voor materialen en middelen.
Hij verwerkt deze in materiaaloverzichten.
De tekenaar werktuigkundige installaties controleert zijn werk en ruimt zijn werkplek op.
Hij vult zijn urenverantwoording in rapporteert de afronding van zijn werkzaamheden aan leidinggevende en relevante collega's.
De tekenaar werktuigkundige installaties verzamelt de benodigde ontwerpgegevens en gespecialiseerde informatie zoals bestek en bouwtekeningen voor het maken van werktuigkundige installatietekeningen.
Hij overlegt hiervoor met projectleider, leidinggevende en andere betrokkenen.
Hij stemt de gegevens af met medewerkers uit andere disciplines zoals van bouw en elektrotechniek. Hij controleert of hij hiervan de benodigde tekeningen van kan maken.
Hij plant zijn eigen werk.
De tekenaar werktuigkundige installaties kan de koolmonoxidemelder (voorschriftenplaatsing) plaatsen en controleren op werking.
De tekenaar werktuigkundige installaties werkt het ontwerp uit in verschillende installatietekeningen zoals plattegrond-, detail-, maatvoerings- en sparingstekeningen, procesinstrumentatieschema's (op basis van een gegeven schets), integrale tekeningen van installaties en combinaties van installaties.
Hij overlegt over zijn tekeningen met betrokkenen uit andere disciplines en verwerkt in zijn tekeningen (technische) informatie uit andere disciplines.
Hij geeft het daadwerkelijk leidingbeloop met diameters en afmetingen in de bouwkundige onderleggers aan.
Waar dit mogelijk is, voegt hij schema's, installatie-instructies en/of inregelvoorschriften van de fabrikant of leverancier toe in de bouwkundige onderleggers.
De tekenaar reviseert ook de bestaande installatietekeningen.
Hij stelt materiaaloverzichten op.
De medewerker kan (afhankelijk van regio en bedrijf) in zijn vak met onderstaande installaties in aanraking komen. Hij heeft kennis van de werking van installaties en systemen, toestellen en appendages. Hij weet hoe de verschillende installaties (systemen) werken en herkent de installaties (systemen) in processchema's, installatieschema's, en tekeningen.
De medewerker heeft kennis van het tekenen van installaties, toestellen en appendages.
De medewerker kan eventueel collega's begeleiden bij installatie werkzaamheden.
De medewerker heeft kennis over en praktisch inzicht in het elektrotechnische deel van beschreven installaties. Hij kent zijn verantwoordelijkheden in elektrotechnische installaties.
De medewerker kent de leidingsoorten en kan verbindingstechnieken van beschreven installaties in zijn tekeningen aangeven.
De medewerker heeft inzicht in mechanismen die een rol spelen bij CO, zowel bij het toestel als in samenhang met het gebouw, daaronder valt ook de ventilatie. De medewerker heeft inzicht in componenten van het systeem in samenhang met gebouw en andere systemen in het gebouw (ventilatie, afzuiging end.) en kan omgevingsinvloeden overzien.
De medewerker heeft kennis van werktuigkundige installaties en kan toestellen, leidingen, appendages, et cetera positioneren in installatie technische tekeningen.
De medewerker weet van appendages zijn in het algemeen en herkent ze in verschillende installaties.
Wetten (waaronder altijd het Bouwbesluit)
Regels
Normen: Bijv. NEN 1078
Praktijkrichtlijnen: Bijv. NPR 3378
Voorschriften (van de fabrikant)
Keuringseisen
Toezicht
Vergunningen
Bestek
Veilig werken aan installaties onder spanning
NEN 1010 (1041-hoogspanning)
NEN-EN 50110 en NEN- 3140
De medewerker heeft kennis van gasinstallaties:
- verwarmingsinstallaties
- warmtapwaterinstallaties
- spijsbereiders
De medewerker weet waar leidingen en toestellen gepositioneerd worden in de tekening.
De medewerker kan verbrandingslucht toe- en rookgassen afvoer positioneren in de tekening.
De medewerker kan verbrandingstoestellen (en branders in toestellen) tekenen.
Hij herkent toestelclassificatie (Type A, B en C et cetera).
Hij herkent Indeling gastoestellen volgens CE-keur.
Hij begrijpt het typeplaatje van een gastoestel.
Hij kent de indeling van een meterkast.
Hij kan de gasmeter positioneren in de tekening.
Branders
Drukregelaar / drukreduceer
Afsluiters
Toestelkraan
Afblaasveiligheid
NEN 1078 (voorziening voor gas, nieuwbouw)
NEN 8078 (voorziening voor gas, bestaande bouw)
NPR 3378 (gasinstallaties)
NEN 6062 (brandveiligheid rookgasvoorziening)
NEN-EN 1775 (gasleidingen)
RoGaFa
NEN 2768 (meterruimte)
NEN 2920 (huishoudelijke toestellen)
NEN 3028 (verbrandingsinstallaties)
NEN 2078 (industrieel)
KE Keuringseisen
KIWA GasTEC QA
BRL 6000-04 (ontwerpen, installeren en beheren van installaties/gasverbrandingstoestellen)
De medewerker heeft kennis warmte, warmte overdracht en principewerking van verwarmingsinstallaties.
Hij heeft kennis van de verschillende soorten conventionele verwarming-warmte afgiftesystemen:
- lokaal, centraal
- vloer/wandverwarming
De medewerker heeft basis inzicht van CV-leidingberekening en verwarmingselementen.
Hij kan pomp karakteristieken lezen.
De medewerker weet waar appendages, pompen, expansievoorzieningen, expansievaten etc. worden gepositioneerd in de tekening.
De medewerker herkent energieprestatienormen.
De medewerker kan lokale gasverwarmingstoestellen, gaskachel met en zonder geveluitmonding, CV-toestellen en CV-Combitoestellen positioneren in de tekening.
Hij kan van radiatoren, convectoren (convectorput) en andere verwarmingslichamen tekenen.
Beveiligingen
Verdeler/verzamelaar
Afsluiters
CV-pomp
Expansievat
Expansievoorziening
Veiligheidsventiel
Thermostaten
Ruimtethermostaten
Inregelafsluiters
Regelkleppen (twee- of drieweg)
EPC Normen
KOMO keur (leidingen)
GasTEC
BRL 5602
DIN 4726
DIN 4751 (EN 12828)
DIN 4752 (EN 12953-6)
DIN 4747 (stadsverwarming)
Hydraulische schakelingen ISSO 44 (EXTRA)
De medewerker heeft Inzicht in de werking van duurzame energie systemen zoals:
- warmtekrachtkoppelingen en warmtekrachtopslag
- warmtepompen in woningen
- laag temperatuur verwarming (LTV)
- HRe-units (micro-wkk)
- warmteterugwinning: WTW-units
- zonnecollectoren
- zonneboiler
- brandstofceltechnologie
- koelinstallaties
De medewerker kent de functie van de gasmotor in een wkk stadsverwarming systeem.
De medewerker kent de functie van de Stirling motor (micro-wkk) in een HRe-unit.
De medewerker kan een zonneboiler met terugloop / leegloop systeem tekenen.
De medewerken kan een naverwarming tekenen in een zonneboiler systeem.
Warmtewisselaar
Pompen
Regelaars
De medewerker heeft kennis van natuurlijke Ventilatiesystemen: Systeem A.
(Voor mechanische ventilatie zie Luchtbehandelingsinstallaties woningbouw)
De medewerker kan natuurlijke ventilatie systemen tekenen:
- Shunt kanaal en dwarsventilatie
Vaste gevelroosters (toe- en afvoer)
Handbediende gevelroosters (toe- en afvoer)
Zelfregelende gevelroosters (toe- en afvoer)
Bouwbesluit
NEN 1087
ISSO-publicatie 61, 62, 91, 92
De medewerker heeft kennis van luchtbehandelingsinstallaties in woningen:
- mechanische ventilatiesystemen: Systeem B, C en D
- luchtverwarmingsinstallaties
Hij heeft praktisch inzicht in het selecteren van luchtkanalen.
Hij weet een CO2 gestuurde ventilatiesystemen aan te geven in de tekening.
In de woningbouw kan de medewerker tekeningen maken
van mechanische ventilatie systemen:
- ventilatorbox
- ventilatorbox met WTW
- dakventilator
Voor luchtverwarmingssystemen:
- lokale luchtverwarming direct en indirect
- luchtheater
Perilex steker
Ventilator
Roosters (toe- en afvoer)
Ventielen (toe- en afvoer)
Ruimtethermostaten
Geluiddempers
Bouwbesluit
NEN 1087
ISSO-publicatie 61, 62, 91, 92
De medewerker heeft kennis van principewerking luchtbehandelingsinstallaties in utiliteit inclusief warmtepomp:
- luchtbehandelingstoestellen
- luchtverwarmingssystemen
- koude opwekking (koelmachine, bronnen, etc.)
De medewerker heeft praktisch inzicht in het selecteren van luchtkanalen
Hij kan ventilator karakteristieken lezen.
In de utiliteit kan de medewerker tekeningen maken van luchtbehandelingstoestellen:
- luchtbehandelkast met interne componenten: ventilator, verwarmingsbatterij, koelbatterij, luchtbe-/ontvochtiging, warmte wisselaar, warmtewiel.
voor luchtverwarmingssystemen:
- centrale luchtverwarming direct en indirect
- indirect gestookte heater
De medewerker kan speciale luchtbehandelingstoestellen tekenen:
- luchtverhitters
- luchtgordijnen
- fancoil-units
- inductie-units
Ventilator / compressor
Roosters (toe- en afvoer)
Ventielen (toe- en afvoer)
Brandkleppen
Ruimtethermostaten
Inregelafsluiters
Geluiddempers
Expansievoorziening
Beveiliging
Regelkleppen (VAV, CAV, etc)
Stoombevochtigers
Bouwbesluit
NEN 1087
ISSO-publicatie 61, 62, 91, 92
De medewerker kent de werking en noodzaak van verbrandingslucht toevoer.
Hij kent de werking en noodzaak van rookgassen afvoer. Hij weet dat een niet goed geïnstalleerd rookgas-afvoersysteem dodelijk kan zijn voor de bewoners.
De medewerker kan rookgasafvoer en verbrandingslucht toevoer voor gastoestellen type A, B en C positioneren in een tekening.
Verbrandingslucht toevoer roosters of kanalen.
Rookgasafvoer kanalen:
- aluminium kanalen (enkelwandig, dubbelwandig, dun- en dikwandig)
- RVS kanalen
- kunststof kanalen
- steenachtig rookgasafvoer kanaal
RoGaFa
NEN 2757 (nieuwbouw)
NPR 2758 (nieuwbouw)
NEN 8757 (bestaande bouw)
NEN 6062 (brandveiligheid rookgasvoorziening)
NEN-EN 50379 (specificatie voor draagbaar elektrisch materieel bestemd voor het meten van rookgasparameters van verwarmingstoestellen)
KOMO
GASTEC-QA
De medewerker heeft kennis van warmtapwaterbereiders.
De medewerker kan warmtapwaterbereiders tekenen:
- gastoestellen (verbrandingstoestellen) algemeen
- warmwaterdoorstroomtoestel (Bad/keukengeiser, ed.)
- warmwatervoorraadtoestel (Close-in/up, badboilers, e.d.)
- gasboiler
- elektrische boiler
- boiler op stadsverwarming
Beveiligingen (keerklep, ontlastklep, beluchter, thermostaat)
Warmwatertappompen
DIN 4753
Legionella ISSO 55.1
De medewerker heeft kennis van principewerking:
- watertoevoerinstallatie- distributienet
- drinkwater installatie
- warmtapwaterinstallatie
- huishoudwaterinstallatie (niet drinkbaar)
De medewerker heeft kennis van leidingsoorten en verbindingstechnieken.
Hij heeft praktische inzicht in:
- het selecteren van drinkwaterleidingen en leidingsystemen
- hogedrukinstallaties
- positioneren van leidingen en appendages in de tekening.
De medewerker kan warmtapwaterbereiders in een tekening positioneren:
- warmtapwater toestellen
- drukverhogingsinstallaties
- brandslanghaspels
Hoofdafsluiter
Afsluiters
Watermeter
Kranen (meng, aftap, hoek, stop, tap, buiten)
Vlotterkranen
Spoelkranen
Beveiligingen (keerklep, beluchter)
Opvoerpompen, watertappompen
Warmwater circulatiepompen
Legionella ISSO 55.1
NEN 1006
VEWIN (water) werkbladen
KIWA keurmerk ( mededeling 91)
- Hygiënecode drinkwater (voor winmiddelen)
- KWR praktijkrichtlijnen drinkwater
- Certificaat: Hygiënisch werken (10 geboden)
- CKB-regeling (voor bedrijven)
De medewerker heeft kennis van principewerking van rioleringsinstallaties en kan deze tekenen volgens de NEN normen.
Hij heeft kennis van ‘Geboden Toegang’, richtlijnen voor toegankelijk ontwerp voor ouderen en mensen met een beperking.
De medewerker kan sanitaire toestellen in een tekening positioneren:
- wastafels
- closetpotten, bidet, urinoir
- douches
- (lig)bad
- vuilwaterpompen
Sifon
Sovent
Afscheiders en putten
Beluchter
Keerklep
Closet aansluitingen
Vuilwaterpompen
Gebouwaansluitingen
NEN 3215 Gebouwriolering
NTR 3216
De medewerker heeft kennis van spijsbereiders.
De medewerker kan spijsbereidingstoestellen in een tekening positioneren:
- gaskomfoor
- gasfornuis met gasoven
- gasfornuis met elektrische oven
- kookplaat (gas en elektrisch)
- oven (gas en elektrisch)
- grill (gas en elektrisch)
Brander
Branderregeling
Gasleidingen
Toestelkranen
De medewerker heeft kennis van hemelwaterafvoer en praktisch inzicht van berekeningen. Hij begrijpt de principewerking van een dakgoot en van een onderdruksysteem. Hij heeft kennis van materiaalsoorten van leidingen en dakgoten. Hij heeft kennis van uitzetting van dakgoten. Hij past deze kennis toe in de tekeningen.
De medewerker kan hemelwaterafvoersystemen in een tekening positioneren:
- standaard regenpijp systeem met dakgoten
- UV-hemelwaterafvoer / pluvia (onderdruk)systeem
(dak, mast, bak) Goten
Vergaarbak
Ondersteuningen dakgoten
Afwerkdetails (deklijst, eind- en kopschot)
PVC-buizen (ook drukleiding)
Zinken buizen
Koper buizen
Beugels hemelwaterafvoer buizen
Boldraadrooster, bladvanger, bladscheider
NEN 3215 Gebouwriolering
NTR 3216
De medewerker heeft kennis van metalen dakbedekking.
De medewerker kan metaal op het dak tekenen /aangeven:
- (verzinkt) staal
- roestvast staal
- aluminium
- zink
- koper
- messing
- lood
(- titanium)
De medewerker heeft kennis van brandbestrijdingsinstallaties en kan hiervan installatietechnische tekeningen maken.
Brandslanghaspels
Drogeblusleiding
Poederblussers
Hoofdafsluiter
Afsluiters
Watermeter
Beveiligingen (keerklep)
Opvoerpompen
NEN 2535 Brandveiligheid van gebouwen)
NEN-EN 671-1 Brandslanghaspels met vormvaste slang
NEN-EN 671-2 Brandslanginstallaties met plat-oprolbare slang
NEN-EN 671-3 Onderhoud van brandslanghaspels
NEN 2559 - Controle kleine Blusmiddelen
NEN 3011 - Veiligheidskleuren en –tekens in werkomgeving & openbare ruimte
NEN 4001:2006 Projectering van blustoestellen & verrijdbare blustoestellen
De medewerker is alert op veiligheidsissues en het melden daarvan.
Kwaliteitsbesef: Alert zijn op gebreken ook al zijn deze lang geleden ontstaan of door latere wijzigingen in gebruik of verbouw.
De medewerker kan communiceren met de klant en collega's (en leidinggevende). Hij beheerst gesprekstechnieken en kan correct, vlot en bondig formuleren. Hij kan informatie en mondeling en schriftelijk analyseren en samenvatten.
De medewerker kan overleggen en afstemmen met derden en technische correspondentie voeren.
De medewerker heeft kennis van gebruikelijke vaktermen binnen de branche en in aanpalende werkgebieden.
De medewerker ontvangt instructies, kan deze ook geven en kan goed overleggen met interne collega's. Hij woont besprekingen, overleggen en vergaderingen bij en levert een constructieve bijdrage. De medewerker kan monteurs begeleiden en instrueren op materiaal-/materieelgebruik. Hij kan constructieve feedback geven aan monteurs. De medewerker kan omgaan met kritiek en zich zelf ook kritisch naar collega's opstellen.
De medewerker kan overleggen met klant en overige onderaannemers-leveranciers.
De medewerker kan goed planmatig/projectmatig werken. Hij is in staat zijn eigen tekenwerkzaamheden voor te bereiden. Hij kent het waarom van activiteiten en ziet eigen rol in het totale proces. Hij houdt bij het plannen van zijn werk rekening met mogelijke wijzigingen en problemen om tijdnood te voorkomen.
De medewerker kan eenvoudige planningen opstellen, lezen en bijhouden. Ook is hij in staat de werkafspraken te bewaken. Hij zoekt zelf naar (nieuwe) mogelijkheden en/of belemmeringen en raadpleegt waar nodig anderen. Hij is kritisch t.a.v. haalbaarheid/realiseerbaarheid van oplossingen.
De medewerker rapporteert de afronding van zijn werkzaamheden aan leidinggevende en relevante collega's. Hij kan basishandelingen van rapporteren en werk- en urenregistratie toepassen.
De medewerker weet dat hij zich klantvriendelijk en klantgericht moet opstellen en daarvoor moet hij kunnen communiceren met de klant.
Hij is in staat aan de klant gerichte vragen te stellen en gaat discreet om met klantgegevens.
De medewerker kan (op een systematische manier) tekeningen maken volgens ontwerp, geldende normen, voorschriften, wetten, regelgeving en vergunningen. Dit doet hij binnen de afgesproken tijd en volgens de gestelde eisen.
De medewerker past de bedrijfsvoorschriften en kwaliteitscyclus toe en levert volgens de bedrijfsnormen kwaliteit. Hij weet waar de werkwijze (kwaliteitssysteem) beschreven staat.
De medewerker houdt toezicht op de uitvoering van kwaliteit.
De medewerker is op de hoogte van wetten (waaronder altijd het Bouwbesluit), regels en normen:
- Praktijkrichtlijnen: Bijv. NPR 3378
- Voorschriften (van de fabrikant)
- Keuringseisen
- Toezicht
- Vergunningen
- Bestek
- Veilig werken aan installaties onder spanning
- NEN 1010 (1041-hoogspanning)
- NEN-EN 50110 en NEN- 3140
- NEN 1078
- ISSO Brandveilige doorvoeringen
De medewerker houdt bij zijn (teken)werkzaamheden toezicht op het feit dat de installatiewerkzaamheden door collega's veilig kunnen worden uitgevoerd. Hij is alert en oplettend, herkent en voorkomt onveilige situaties. De medewerker is op de hoogte van relevante wetten (waaronder altijd het Bouwbesluit), regels en normen en arbo-, veiligheids-, milieu- en bedrijfsvoorschriften: veilig werken aan installaties onder spanning, veiligheidsmaatregelen, persoonlijke beschermingsmiddelen, brand en explosie, gezondheid en gezond/veilig omgaan met schadelijke gassen en gevaarlijke stoffen, elektriciteit, straling (hitte), hygiëne op de werkplek, beroepsziekten.
Hij controleert op veilig werken.
De medewerker heeft de basiskennis natuurkunde:
- SI-stelsel
- SI-voorvoegsel
- Temperatuurschalen
- Omtrek, oppervlakte en inhoud (volume)
- Wiskundige figuren herkennen
- Massa, Volume, Massadichtheid
- Massastromen
- Krachten en druk
- Hefbomen
- Uitzetten en krimpen
- Warmte en warmte-overdracht (door water en lucht: stroming, geleiding en straling)
- Vermogen
Hij heeft kennis van de wet van Boyle, de wetten van Newton en een verdiepte kennis van natuurkundige en scheikundige eigenschappen van materialen en stoffen.
De medewerker weet wat gas is, heeft kennis van distributie van (aard)gas en kent de scheikundige eigenschappen van gas.
De medewerker is bekend met de invloed van gas op het milieu.
Eigenschappen zoals samenstelling en oorsprong:
- gas (soorten zoals aardgas methaan, ethaan, butaan en hun verbrandingswaarde);
- gas en milieu (fossiele brandstof, gas in Nederland is op aan het raken, CO2 uitstoot, broeikaseffect).
De medewerker is op de hoogte van de normen, praktijkrichtlijnen en de voorschriften (van de fabrikant) en weet waar de werkwijze beschreven staat.
- Gas: NEN 1078: NPR 3378.
- Ventilatie: NEN 1087, ISSO-publicatie 61, 62, 91, 92.
De medewerker moet weten waarom je moet ventileren.
De medewerker kent de herkomst van drinkwater, zoals oppervlaktewater, grondwater, oevergrondwater). Hij heeft kennis van water (aggregatietoestanden, kookpunt, verdamping en verdampingswarmte).
De medewerker heeft kennis van distributie van water en kennis van eigenschappen en samenstelling en watertypen drinkwater / huishoudwater (grijswater).
De medewerker is op de hoogte van de normen, praktijkrichtlijnen en de voorschriften (van de fabrikant) en weet waar de werkwijze beschreven staat:
- Water: NEN 1006, VEWIN (water) werkbladen.
- Riolering: NEN 3215, NTR 3216.
De medewerker heeft kennis van:
- elektriciteitsleer
- productie van elektriciteit
- begrip stroomspanning en vermogen
- Wet van Ohm
- weerstand van geleiders
- serie- en parallelschakelingen
- gemengde schakelingen
- elektrisch vermogen
- spanningsbronnen
- serie- en parallelschakelingen van spanningsbronnen
- kleurendraad, aarding en beveiliging
De medewerker heeft kennis van regeltechniek, de principes/methodes van inregelen en de toegepaste componenten van inregelen.
De medewerker heeft basiskennis van algemene tekenafspraken, tekening lezen en symbolen en kan de installatie volgen in de (werk) tekeningen (bouwkundige tekeningen, installatietechnische tekeningen, elektrotechnische tekeningen). De medewerker kan lijnsoorten en maten noteren op werktekeningen ten behoeve van revisie.
De medewerker kan afwijkingen signaleren en schetsen maken van wijzigingen of aangepaste situaties voor revisietekeningen.
Hanteert de algemene tekenafspraken
- Kaders : A4, A3, A2, A1, A0, A00;
- Stukhoofd en renvooi;
- Projectiemethode: 1e- 3e kwadrant;
- Aanzichten, uitslagen en doorsnede (van wiskundige lichamen);
- Isometrische tekening en ploftekening;
- Lijndiktes en lijnsoorten;
- Maatvoering en schalen (op werktekening).
Symbolenkennis
Bouwkunde, installatietechniek, basis elektrotechniek t.b.v. elektrotechnische tekeningen
Lezen van technische tekeningen.
- Bouwkunde: (vereenvoudigde) bouwkundige plattegrond, detailtekening, doorsnede tekening, stramientekening, bestektekening, funderingtekening (incl. heipalen), situatietekening.
- Installatietechniek: Installatietekening, hydraulische schema's, revisietekening, constructietekening, afbeelding / foto in brochure en installatiehandleiding lezen.
- Elektrotechniek: basis elektrotechniek vaktekening lezen, aansluitschema, bedradingsschema, leidingschema, grondschema, aansluitschema, stroomkringschema, installatietekening en –schema en aansluittekeningen.
In de bouwkundige tekeningen en tekeningen van bouwpartners herkennen:
- Coördinatietekeningen
- Hoogte ruimten, wel of geen systeemplafonds (plafondrastertekeningen)
- Kanaal of breedplaatvloeren
- Wel of geen kruipruimte
- Draairichting van deuren en trappenindeling
- Holle of gemetselde wand en wandafwerking
- Brandwerendheid en brandscheiding
- Kabelgotentekeningen
- Keukenopstellingstekeningen
- Sprinklerinstallaties
- Indelingstekeningen
Het bestuderen van een opdracht/bestek
STABU-bestek kunnen lezen/filteren (STABU standaard)
Afwerkstaat kunnen lezen
De medewerker is op de hoogte van normen in technische tekeningen en weet waar deze beschreven staan:
- NEN bundel 16 (Normen voor werktuigbouwkundig tekenen);
- NEN 379 (Vouwen en inhechten van tekenbladen);
- NEN- ISO 128 (Aanzichten op werktuigbouwkundige tekeningen)
- NEN 2322 Principe schema's
- NEN 3048 symbolen pijpleidingen
- NEN 3214 (Aanduiding riolering op tekening)
Bouwkundige tekeningen:
- NEN bundel 10 (normen voor tekeningen in de bouw);
- NEN 2574 (Tekeningen in de bouw);
- NEN-EN-ISO 7519 (Bouwkundige tekeningen);
- NEN 114 (Technische tekeningen in de bouw).
De medewerker heeft algemene kennis over gereedschappen van het vakgebied waaronder:
- handgereedschappen en elektrische gereedschappen
- (elektronische) meet- en controle gereedschappen
Hij kent de benamingen van de gereedschappen en weet welk gereedschap voor welke werkzaamheden gebruik wordt.
De medewerker heeft algemene kennis over buizen/leidingen, kabels, draden, verbindingen, materialen en materieel van het vakgebied.
Hij kent de benamingen van de materialen weet waarvoor ze gebruikt worden.
De medewerker geeft doorvoeringen in de tekening aan (bijvoorbeeld in hout, beton, steen, metaal) met de juiste bijbehorende gereedschappen in de materiaallijst. De medewerker heeft voor leidingaanleg praktisch inzicht voor het selecteren, positioneren en toepassen van: gasleidingen, drinkwaterleidingen, luchtkanalen, cv-waterleidingen, rioleringsleidingen (et cetera) en bevestigingsmateriaal. De medewerker weet dat doorvoeringen constructies verzwakken. Hij weet dat de positie van een doorvoering in een dragende constructie belangrijk is, een verkeerd geplaatste doorvoering verzwakt de constructie veel meer dan een juist geplaatste. Hij weet dat de grootte van de doorvoering van invloed is, kleinere doorvoeringen van water of gasleidingen hebben minder invloed op de draagkracht van een constructie dan grotere doorvoeringen van bijvoorbeeld ventilatiekanalen. Hij let er goed op dat hij de sparingen in de tekeningen juist overneemt uit het ontwerp.
Hij tekent de doorvoeringen volgens het ontwerp eventueel waterdicht, brandveilig, gasdicht. De medewerker doet tussencontroles tijdens leidingaanleg en controleert daarbij ook de sparingen in bouwkundige constructies.
Hij kent de ARBO-regels voor boren, frezen en hakken en heeft kennis van leidingmateriaal.
Hij heeft kennis van de ISSO Brandveilige doorvoeringen voorschriften en past deze toe.
De medewerker selecteert leidingen, toestellen, onderdelen en appendages (beugelen en bevestigen) voor in de tekening uit het ontwerp. Hij heeft voor leidingaanleg zowel praktisch inzicht als theoretische kennis voor het selecteren, positioneren en toepassen van: gasleidingen, drinkwaterleidingen, luchtkanalen, cv-waterleidingen, rioleringsleidingen (et cetera) en bevestigingsmaterialen.
Hij kent het verschil tussen toepassingen van losneembare en niet-losneembare verbindingen. Hij kent de verschillende verbindingstechnieken en past deze optimaal toe in zijn tekening voor zover ze niet vaststaan in het ontwerp. Hij is bekend met buigen koud, buigen warm, meten en afkorten, coderen van leidingen, draadsnijden en fitten, knellen, persen, zacht solderen, hard solderen, lassen, spiegel-/weerstandslassen, lijmen, insteekverbindingen.
Hij heeft kennis van isolatiematerialen op leidingen en appendages: isolatieschalen, steen- en glaswol, PIR-schalen, flexibele elastomeren (Armaflex), isolatiematrassen, dekens en loodfolie.
Hij weet hoe leidingen te beschermen tegen corrosie met een coating: zink coating, thermisch verzinkt, geschilderd zink.
Hij heeft kennis om leidingen te beschermen tegen mechanische invloeden van buiten af met een mantel: ribbelbuis, polyetheen bekleding.
De medewerker kent de beugelafstanden en controleert eventueel de leidingaanleg en installatie van componenten.
De medewerker gaat niet zelf een installatietechnisch ontwerp maken. Hij kan tekeningen lezen van het ontwerp van diverse installaties.
De medewerker heeft een compleet beeld van het uit te voeren tekenwerk. Hij werkt het ontwerp uit in verschillende installatietekeningen. Op basis hiervan wordt de installatie gemaakt.
Hij heeft algemene kennis van de kernbegrippen van relevante disciplines zoals bouwkunde, bouwconstructies , elektrotechniek en werktuigbouwkunde en kan technische tekeningen en schema’s van het ontwerp lezen. Hij kan technische informatie verzamelen en delen.
Hij kan zich vanaf tekening verplaatsen in het gebouw.
De medewerker heeft kennis van montagetechnieken en opbouw en werking van standaard en niet-standaard te installeren technische producten.
Hij werkt het ontwerp uit in technische schetsen. De schets of eenvoudige tekening moet voldoen aan doel en functie en dient als discussiestuk in het ontwerpproces. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de schetsen worden uitgewerkt in verschillende technische tekeningen zoals:
- plattegrond-, detail-, maatvoerings- en sparingstekeningen, procesinstrumentatieschema's (op basis van een gegeven schets), integrale tekeningen van installaties en combinaties van installaties:
- 2D en 3D tekeningen
- doorsnede en detail tekeningen
- isometrische tekeningen
De medewerker maakt tevens de bijbehorende materiaaloverzichten. Op basis van de tekeningen en materiaaloverzichten kan de installatie volgens geldende formats en normen worden gemaakt.
De tekeningen worden met een CAD-systeem gemaakt en worden steeds vaker gekoppeld aan een Bouw Informatie Model (BIM). Hij archiveert en documenteert de tekeningen.
Hij stemt de gegevens af met medewerkers uit andere disciplines zoals van bouw en elektrotechniek. Hij controleert of hij hiervan de benodigde tekeningen van kan maken.
De tekenaar installaties kan bij de uitvoering van zijn werkzaamheden terugvallen op een vakvolwassen collega of leidinggevende. De leidinggevende heeft er vertrouwen in dat het tekenwerk goed wordt uitgevoerd.
De medewerker kan in gesprekken over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit de leefwereld uiting geven aan persoonlijke meningen, kan informatie uitwisselen en gevoelens onder woorden brengen. De medewerker kan redelijk vloeiend en helder ervaringen, gebeurtenissen, meningen, verwachtingen en gevoelens onder woorden brengen over onderwerpen betreffende het werk en van maatschappelijke aard.
De medewerker kan luisteren naar teksten over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de medewerker of die verder van de medewerker af staan. De medewerker kan informatie en meningen interpreteren.
Hij kan de bedoeling van de spreker(s) of het doel van de makers van een programma verwoorden.
De medewerker kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen betreffende het werk en van maatschappelijke aard. Hij gebruikt veelvoorkomende verbindingswoorden (als, hoewel) correct. De tekst bevat een volgorde: inleiding, kern en slot. Hij kan alinea’s maken en inhoudelijke verbanden expliciet aangeven.
De medewerker kan teksten lezen over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de medewerker en over onderwerpen die verder van de medewerker af staan.
Hij kan eenvoudige volwassenen literatuur herkennend lezen. De medewerker kan de hoofdgedachte van de tekst weergeven en maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken.
Hij legt relaties tussen tekstdelen (inleiding, kern, slot) en teksten. Hij ordent informatie (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip. Hij herkent beeldspraak (letterlijk en figuurlijk taalgebruik).
De medewerker kan technische termen in (Engelstalige) handleidingen lezen en interpreteren.
De medewerker kan technische termen in (Engelstalige/Duitstalige) handleidingen lezen en interpreteren. Hij kan instructies en technische informatie begrijpend lezen en toepassen.
De medewerker heeft cijfermatig inzicht en kennis van formules berekenen (bijv. voor gebruik machines) en kan vakgerelateerde berekeningen maken.
- Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen
- Breuken
- Verhoudingen berekenen
- Procenten
- Lengtematen berekenen
- Cirkel (omtrek en oppervlakte)
- In- en uitwendige middellijn
- Straal
- Cilinder
- Wanddikte
- Omrekenen eenheden
- Schrijfwijze negatieve getallen: -3˚C, -150 m
- Symbolen zoals < en > gebruiken
- Gebruik van wortelteken, machten
- Getalnotaties met miljoen en miljard
- Getallen relateren aan situaties.
De medewerker heeft basiskennis van verhoudingen.
- Formele schrijfwijze van een ’kwart van 260 leerlingen’, schaal 1 : 100 bij schaal herkennen, 1 op de 5 Nederlanders is hetzelfde als ‘een vijfde deel van alle Nederlanders’.
- Notatie van breuken, decimale getallen en procenten herkennen en gebruiken.
- Eenvoudige stambreuken (1/2 ,1/4 ,1/10 ,..), decimale getallen (€ 0,50; € 0,25; € 0,10), percentages (50%, 25%, 10%) en verhoudingen (1 op de 2, 1 op de 4, 1 op de 10) in elkaar omzetten.
De medewerker kan met een rekenmachine breuken en procenten berekenen of benaderen als eindige decimale getallen.
De medewerker kan bij het uitvoeren van de metingen de resultaten vergelijken met de gewenste uitkomst en naar aanleiding hiervan actie ondernemen. Hij kan meetapparatuur aflezen en bedienen.
Hij heeft kennis van beweging en kracht in relatie tot opslag en verplaatsen goederen en monteren en uitvoeren van montagewerkzaamheden.
- Negatieve getallen plaatsen in getalsysteem.
- Getallen met elkaar vergelijken.
- Situaties met getallen/aantallen vertalen naar een bewerking.
- Afronden op ‘mooie’ getallen.
- Binnen een situatie het resultaat van een berekening op juistheid controleren.
De medewerker kan tabellen, diagrammen en grafieken bij het oplossen van problemen gebruiken en daarbij conclusies formuleren. Hij kan in (beperkte) mate omgaan met formules. Hij kan complexere meetinstrumenten gebruiken en aflezen. Hij kan in (beperkte) mate redeneren over verhoudingen en breuken en kent de structuur en de samenhang tussen decimale maateenheden en kan in concrete situaties de juiste maateenheden gebruiken. Hij kan berekeningen uitvoeren met procenten en verhoudingen.
- Negatieve getallen in berekeningen gebruiken.
- Haakjes gebruiken.
- Met een rekenmachine breuken, procenten, machten en wortels berekenen of benaderen als eindige decimale getallen.
- Schatten van een uitkomst.
- Resultaat van een berekening afronden in overeenstemming met de gegeven situatie.
- Bij berekeningen een passend rekenmodel of de rekenmachine kiezen.
Berekeningen en redeneringen verifiëren.
- Rekenen met samengestelde grootheden (km/u, m/s en dergelijke).
- Bepalen op welke (eenvoudige) schaal iets getekend is, als enkele maten gegeven zijn.
- Uitvoeren procentberekeningen.
- Verhoudingen met elkaar vergelijken en daartoe een passend rekenmodel kiezen.
- Vergroting als toepassing van verhoudingen.
De medewerker heeft kennis van meet-, regel- en besturingstechnieken en heeft ruimtelijk inzicht. Hij kan tekeningen en (elektrische) symbolen en leidingen lezen en interpreteren. Hij kan locatieschetsen bestuderen en zich hier een voorstelling van maken en oppervlakten schatten en bepalen van hoeveelheden.
Basis VCA (Veiligheid, gezondheid en milieu)